Je stapt ‘s ochtends vroeg de trein uit en meteen is er dat gevoel: dit gaat een andere citytrip worden. Wenen verwelkomt je met statige gevels, trammetjes die rustig langs ratelen en dat ontspannen ritme waar de stad om bekendstaat. De nacht in de trein zit nog in je lijf, maar een koffie maakt je wakker. Het mooie is dat je niet alleen een paar dagen cultuur meepikt, maar ook de kans hebt om er een vleugje Alpen bij te doen. Eén dag de bergen in, daarna weer terug de stad in voor een avondconcert of een rondje langs de Donau. Dat maakt een citytrip Wenen met de nachttrein net dat beetje bijzonderder.
Waarom die trein zo fijn is
De Nightjet vertrekt ‘s avonds uit Nederland en rolt de volgende ochtend het Hauptbahnhof van Wenen binnen. Je slaapt terwijl je reist, wordt wakker met een croissant en koffie, en staat dan ineens midden in de hoofdstad. Geen gedoe met security of wachtrijen, gewoon rustig aankomen. Je hotel ligt vaak op loopafstand van het station en zodra je je tas hebt afgegeven, ben je klaar om de stad in te duiken. Dat eerste halve dagdeel voelt daardoor al als bonus.

Eerste dag: rustig landen
Veel reizigers willen meteen de lijstjes afwerken, maar Wenen nodigt uit om het anders te doen. Wandel gewoon wat door de Innere Stadt, laat je leiden door de Stephansdom die overal bovenuit torent, en duik een traditioneel koffiehuis in voor een melange met een stuk sachertorte. Ik merkte zelf hoe de stad mijn tempo omlaag bracht: de brede boulevards, de pleinen met fonteinen, het leven dat in een wat trager ritme lijkt te stromen. Natuurlijk kun je even langs de Hofburg of het Belvedere, maar voel je niet verplicht alles in één dag te proppen. Je hebt de tijd.
Dag twee: frisse lucht opzoeken
Na een eerste stadsdag is het heerlijk om de bergen in te trekken. Het verrassende is hoe dichtbij ze liggen. Binnen anderhalf uur met de trein sta je aan de voet van de Rax, de Schneeberg of in Semmering, drie gebieden die perfect zijn voor een dagtocht.
De Rax voelt als een zachte kennismaking met de Alpen. Vanuit Wenen reis je naar Payerbach-Reichenau, waar een bus of taxi je naar de kabelbaan brengt. Die lift zet je direct af op een hoog plateau. Boven wacht een landschap dat wijds en vriendelijk is, met goed gemarkeerde wandelpaden en hutten waar je soep of Kaiserschmarrn kunt bestellen. Het is geen zware tocht, eerder een dag van rondlopen, uitkijken over de dalen en af en toe even stilvallen bij de stilte.
De Schneeberg is klassieker en misschien nog wel iconischer. Vanaf Wenen reis je naar Puchberg am Schneeberg, waar een felgekleurde tandradbaan je langzaam de hoogte in brengt. Alleen die treinrit is al een belevenis. Eenmaal boven kun je korte of langere rondjes lopen, altijd met uitzicht en vaak met een frisse wind om je oren. Het seizoen van de bergspoorlijn loopt van voorjaar tot herfst, en wie vroeg vertrekt heeft de grootste kans op rust onderweg.
En dan is er nog Semmering, beroemd om zijn spoorlijn en viaducten. Hier wandel je door bossen die in de herfst in vuur en vlam lijken te staan, of je huurt in de zomer een mountainbike om over brede bospaden en gravelwegen te rijden. Het landschap is minder hoog, maar juist daardoor toegankelijker en veelzijdig. Voor wie het weer niet meewerkt, zijn de Weense wouden aan de rand van de stad trouwens een prima alternatief: een snelle ontsnapping naar groen zonder de stad echt te verlaten.

Terug naar de stad, maar wel in beweging
Op dag drie hoef je niet meteen weer grootse plannen te hebben. Een ontspannen fietstocht door de stad past hier perfect. De Donauinsel, een langgerekt eiland in de rivier, is autovrij en vlak. Je kunt er tientallen kilometers maken, maar net zo goed een korte ronde doen met een picknick onderweg. Wie liever dichter bij het centrum blijft, fietst door de Prater en slingert langs het Donaukanaal, waar streetart en terrasjes de route kleuren. Het mooie is dat je de stad op een andere manier ervaart: sneller dan te voet, maar toch dichtbij genoeg om details op te merken.
Handig om te weten
Een bergdag vraagt wel wat voorbereiding, al is het niet ingewikkeld. Vertrek vroeg zodat je de kabelbaan of bergtrein ruim haalt en hou altijd een marge voor de terugreis. Goede schoenen, een winddicht jack en wat proviand zijn genoeg om zorgeloos te wandelen. Het weer kan snel omslaan, dus even de lokale voorspelling checken is slim. En een droge sok of shirt in je rugzak maakt het verschil op de terugweg. Voor de fietstocht in Wenen volstaat een huurfiets en wat nieuwsgierigheid; de stad is overzichtelijk en goed ingericht op fietsers.

Avondgevoel
Het leuke van zo’n combi is dat de dagen een heel eigen ritme krijgen. Eerst cultuur en koffie in de stad, daarna een bergtop of plateau, en weer terug om de avond in te luiden met schnitzel of een glas Grüner Veltliner. Je merkt dat stad en natuur elkaar niet in de weg zitten, maar elkaar juist aanvullen. En als je ‘s avonds de nachttrein terug neemt, schuif je nog één keer je gordijn open en zie je het landschap in het donker langs je raam glijden. Een klein toetje na een reis waarin stadse pracht en berglucht onverwacht mooi samenkwamen.
Veel plezier!!










0 reacties